Congestiegebied
Een congestiegebied is een deel van het elektriciteitsnet waar de vraag naar transport van stroom op sommige momenten per jaar groter is dan de beschikbare capaciteit. Simpel gezegd: er willen meer partijen stroom leveren of afnemen dan het netwerk daar aankan. Dit leidt tot netcongestie. De kans erop noemen we transportschaarste.
Netbeheerders mogen in zo’n gebied tijdelijk geen nieuwe aansluitingen of uitbreidingen toestaan, omdat het risico bestaat dat het net overbelast raakt.
Congestiegebieden ontstaan vooral door de snelle groei van zonne- en windparken én door bedrijven die groeien of elektrificeren. Het gevolg: lange wachttijden voor nieuwe aansluitingen en vertraging van projecten.
Netbeheerders publiceren regelmatig kaarten waarop te zien is waar congestie speelt. Bedrijven, gemeenten en projectontwikkelaars kunnen daar rekening mee houden bij hun plannen. Soms worden er tijdelijke oplossingen toegestaan, zoals alternatief transportrecht of afspraken om piekverbruik te beperken.
Voor energiehubs zijn congestiegebieden extra relevant. In een hub kunnen bedrijven samen slimmer omgaan met beperkte netcapaciteit. Door lokaal energie te delen, op te slaan en flexibel te gebruiken, maken ze beter gebruik van de restcapaciteit van het net. Zo kunnen projecten toch doorgaan, ook in gebieden waar het net officieel ‘vol’ zit.