Energiehubs op de lange termijn
Energiehubs zijn een snel groeiende ‘trend’ in de energiesector. Lokale initiatieven grijpen ze aan om ondanks netcongestie toch te verduurzamen of groeien. Maar hoe toekomstbestendig zijn ze eigenlijk? Is het alleen een oplossing voor de korte termijn, of ook de lange termijn? In dit artikel vertellen we je hoe het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) en netbeheerders de rol van energiehubs zien in het energiesysteem van de toekomst.
Ons stroomnet is ooit ontworpen om op elk moment van de dag genoeg stroom te kunnen transporteren, ook tijdens de drukste uren. Maar die drukste uren worden steeds drukker. Dit heeft er alles mee te maken dat de manier waarop we energie opwekken en gebruiken verandert:
- Meer lokale opwek: steeds meer huishoudens en bedrijven wekken eigen energie op door zonnepanelen en windmolens.
- Meer weersafhankelijk: doordat zonne- en windenergie een grotere rol spelen in onze energievoorziening zijn we afhankelijk van het weer. Is er veel zon of wind? Dan wordt er ineens heel veel energie opgewekt en getransporteerd.
- Meer elektriciteitsgebruik: de vraag naar stroom neemt toe. Vervoer wordt steeds meer elektrisch, bedrijven stappen over op elektrische productieprocessen, en panden worden vaker elektrisch verwarmd. Dit vraagt meer van ons stroomnet.
Het gevolg: het net raakt vol. Maar uitbreiden van het net is duur en tijdrovend.
Een decentraal energiesysteem
Uitbreiding van het elektriciteitsnet is dus sowieso nodig. Bijvoorbeeld om elektriciteit uit wind op zee door het land te transporteren. Maar daarnaast kunnen we ook ándere maatregelen nemen om het stroomnet te ontlasten.
“Natuurlijk moeten we bouwen, bouwen, bouwen, maar we moeten ook het bestaande net beter gaan benutten.”
Een van de manieren waarop we het bestaande elektriciteitsnet beter kunnen benutten is door lokaal opgewekte stroom ook lokaal te gebruiken. Dit noemen we ook wel een ‘decentraal energiesysteem’.
"Het is bijna onmogelijk om ons landelijke stroomnet zo te verzwaren dat het onze toekomstige manier van energie opwekken en gebruiken aankan. Daarom moeten we toewerken naar een mix van centrale infrastructuur en decentrale systemen waarin vraag en aanbod lokaal op elkaar afgestemd worden."
Zo’n decentraal energiesysteem kan er dus voor zorgen dat de druk op het centrale stroomnet afneemt. Maar het biedt nog meer voordelen. De stroomvoorziening wordt minder kwetsbaar voor storingen, omdat je lokale overbelasting sneller kunt isoleren. De rest van het systeem blijft dan normaal functioneren.
Ook voor ondernemers heeft een decentraal systeem allerlei voordelen, zien de netbeheerders en het Ministerie van KGG. Door decentrale afstemming in een energiehub, kunnen bedrijven ondanks netcongestie toch ruimte in het elektriciteitsnet vinden. Daarnaast geldt: als je stroom lokaal opwekt en gebruikt, heb je meer controle over je eigen energievoorziening én energieprijzen.
“Het gebruiken van je eigen opwek zorgt er uiteindelijk voor dat je je energievoorziening betaalbaar en onafhankelijk houdt.”
Hoe kun je energie lokaal afstemmen?
Je kunt opwek en verbruik op meerdere manieren lokaal afstemmen. Bijvoorbeeld individueel ‘achter de meter’, door je eigen opgewekte stroom direct te gebruiken. Je kunt je opwek en verbruik ook lokaal afstemmen met andere bedrijven in de omgeving. Op die manier dragen ook energiehubs bij aan een toekomstbestendig energiesysteem:
“Energiehubs zijn een belangrijke manier om vraag en aanbod van duurzame energie lokaal af te stemmen en zo opwek te ontsluiten, verduurzaming mogelijk te maken en het energiesysteem beter te benutten.”
Energiehub van de toekomst richt zich niet alleen op elektriciteit
Energiehubs kunnen dus een belangrijke rol spelen in het stroomnet van de toekomst. Daarnaast zien het Ministerie van KGG en de netbeheerders kansen voor een volgende stap: energiehubs waarin ook andere energiedragers worden uitgewisseld, zoals warmte, waterstof en duurzame moleculen.
Zulke ‘multi-commodity hubs’ maken het energiesysteem flexibeler en robuuster voor de lange termijn. Door verschillende energiedragers te gebruiken verlicht je bovendien de druk op het elektriciteitsnet.
“Als je restwarmte, waterstof of groen gas kan gebruiken om in je energievraag te voorzien, ontstaat er snel ruimte op het elektriciteitsnet voor verdere groei en verduurzaming. Een energiehub is daarbij zeer interessant omdat buren kosten en baten onderling kunnen verrekenen.”
“Kijk ook naar alternatieve energiedragers. Alle energie die je achter de meter houdt of op een andere manier gebruikt zorgt voor minder belasting van het elektriciteitsnet.”
Tegelijkertijd moeten we dit wel stap voor stap aanpakken:
“Vanuit het Ministerie van KGG willen we stap voor stap ontwikkelen. Eerst focussen we op energiehubs waar bedrijven met name elektriciteit uitwisselen. Later kunnen we uitbreiden naar ‘multi-commodity hubs’ waar meerdere soorten energiedragers worden uitgewisseld.”
Welke uitdagingen zijn er?
Op dit moment werken netbeheerders, overheden en marktpartijen druk aan contracten, beleid en financieringsmogelijkheden om energiehubs verder te ontwikkelen. Tegelijkertijd blijkt uit de praktijk dat dit ontzettend ingewikkeld is. Het stroomnet wordt al meer dan 100 jaar centraal georganiseerd, strak geregeld via wetten, contracten en veiligheidsprocedures.
Netbeheerders en het ministerie zien dat het huidige systeem niet houdbaar is voor de toekomst. Maar als je één stuk van die puzzel wilt veranderen, merk je dat alles met elkaar verbonden is. Voorzichtig en stap voor stap werken is dus heel belangrijk.
“Energiehubs zorgen ervoor dat energiestromen anders gaan lopen en dat gebruikers hun transportvermogen anders gaan inzetten. Ook voor netbeheerders is dit nieuw. We leren steeds meer over de impact die dit heeft op ons stroomnet, maar we weten nog niet alles.”
Een heel energiesysteem aanpassen is niet eenvoudig, zeker omdat we in Nederland echt aan het pionieren zijn:
“Samenwerkingen tussen netgebruikers met één collectief netcontract zijn internationaal een nieuw fenomeen. Dat vraagt pionieren, zeker omdat het buitenland naar ons kijkt voor voorbeelden.”
Sommige onderwerpen moeten daarbij ook nog uitgebreider onderzocht worden:
“We moeten ook eerlijk zijn over zaken waar we samen nog meer over moeten leren. Neem bijvoorbeeld Cybersecurity. Hoe zorg je dat je op een veilige manier informatie kunt uitwisselen en aansturing kan automatiseren?”
Welke stappen zetten de netbeheerders nu al?
De netbeheerders zetten zich op meerdere manieren in voor de ontwikkeling van energiehubs. Zo hebben de regionale netbeheerders aanspreekpunten aangesteld die initiatieven kunnen begeleiden en leveren ze data over de structuur van het net en de energieprofielen van bedrijven. Daarnaast ontwikkelen ze in samenwerking met de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en andere partijen meerdere contractvormen die energiehubs kunnen gebruiken.
Maar tot nu toe blijft het vormen van een energiehub maatwerk. Het is daarom belangrijk dat netbeheerders met een standaard aanpak komen:
“De belangrijkste stap die we nu moeten zetten, is dat ondernemers duidelijkere kaders hebben waarbinnen ze kunnen opereren. Onder andere door standaard contractvormen zoals de Groepstransportovereenkomst te ontwikkelen.”
De Groepstransportovereenkomst (GTO) is momenteel alleen op pilotbasis beschikbaar. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) werkt aan een aanpassing van de netcode. Nadat dit is doorgevoerd kunnen netbeheerders de noodzakelijke stappen zetten om de GTO als standaard contractvorm te gaan aanbieden. Naar verwachting is dat op zijn vroegst eind 2026 mogelijk.
Meer weten over alternatieve contractvormen? Lees het kennisbank artikel Contractvormen bij netcongestie
Om écht impact te maken moeten energiehubs op de lange termijn voor meer partijen een optie worden:
“Er is ook een rol voor de netbeheerder weggelegd in het blijven ontwikkelen, zodat er ook meer mogelijkheden ontstaan voor multi-commodity hubs, hubs over grotere delen van het net, en hubs met kleinverbruikers.”
Deze overtuiging sluit aan bij het onderzoek van Royal Haskoning DHV dat vier ‘families’ van energiehubs onderscheidt: gebouwde omgeving, mobiliteit, bedrijventerreinen en Cluster 6 bedrijven (industrie). Een energiehub is dus breder dan de vaak voorkomende variant op een bedrijventerrein. Het ministerie van KGG ziet het stimuleren van andere soorten hubs dan ook als een logische volgende stap:
“Een belangrijke volgende stap is het uitbreiden naar grotere schaalniveaus. Waar energiehubs nu vaak bestaan uit een aantal bedrijven, richten we ons in de toekomst op volledige bedrijventerreinen, woonwijken en de onderlinge koppelingen daartussen.”
Wat kan ik als ondernemer nú doen?
Energiehubs passen in het energiesysteem van de toekomst: lokaal, flexibel en decentraal. Ze zijn dus niet alleen een tijdelijke oplossing voor netcongestie, maar dragen structureel bij aan een slimmere en robuustere energievoorziening. Tegelijkertijd zijn er nog veel uitdagingen. Wet- en regelgeving, contractvormen en technische standaarden zijn nog volop in ontwikkeling.
Voor ondernemers die nú al willen starten, kan dat best onzeker voelen. Want hoe begin je aan iets waar nog geen standaardoplossing voor is? Toch is het wél mogelijk om vandaag al stappen te zetten. Bijvoorbeeld door met andere partijen de mogelijkheden te verkennen, je energieprofiel in kaart te brengen en gezamenlijk kansen te onderzoeken. In het Stappenplan zie je precies hoe je die eerste fase aanpakt.
Kortom: nog niet alles is volledig duidelijk, maar je kunt nu al stappen zetten richting slimmer en efficiënter energiegebruik.