Transformator (trafo)
Een transformator (ook wel transformatorstation of trafo) is een apparaat dat gebruikt wordt voor het verhogen of verlagen van een wisselspanning.
Omdat vermogen bestaat uit P (Watt) = V (voltage) × I (ampère), hebben we bij het verhogen van het voltage minder ampère nodig om dezelfde hoeveelheid energie te transporteren. Dit is belangrijk omdat verliezen ontstaan door vooral amperage (P = I² * R), waarbij R de weerstandswaarde van de kabel is.
We willen dus met zo hoog mogelijke voltage transporteren over lange afstand (op het hoogspanningsnet) om zo min mogelijk te verliezen aan warmte. In huizen en fabrieken gebruiken we een lagere spanning vanwege de veiligheid.
Transformatoren bevinden zich daarom in de wijk in zogenoemde trafohuisjes, en zorgen ervoor dat de hoogspanning van het net naar de lagere 400 volt (krachtstroom) of 230 volt, gaat die we kennen van de stopcontacten in onze muren.